Stamgroepen

Wat zijn stamgroepen?
Een stamgroep is een andere groepering dan een klas. Een klas is een groep kinderen, van meestal (ongeveer) dezelfde leeftijd, die dezelfde leerstof krijgt aangeboden. In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden, met verschillende vorderingen in de leerstof.

Omdat we in ons onderwijs juist willen uitgaan van de verschillen in ontwikkeling, doen we dat bewust. Het zit ook het dichtst bij de natuurlijke situaties die het kind gewend is: denk aan het gezin en spelen op straat. Tijdens hun basisschooltijd zitten kinderen in drie stamgroepen t.w. 
  • onderbouw
  • middenbouw
  • bovenbouw
Uw kind ervaart dan om in een groep de jongste, de middelste en de oudste te zijn. Op deze manier ervaart uw kind hoe het is geholpen te worden door kinderen uit een andere leeftijdsgroep en om zelf anderen te helpen. Ook ziet uw kind duidelijk welke ontwikkeling het zelf heeft doorgemaakt en wat het al allemaal geleerd heeft; heel belangrijk voor het zelfvertrouwen.
Bovendien is er een groot sociaal en emotioneel verschil tussen het "jongste, middelste en oudste" zijn. We vinden dit in het jenaplanonderwijs heel vormend voor de persoonlijke ontwikkeling.

Behalve dat er in de stamgroep veel met en van elkaar geleerd wordt, krijgen de kinderen ook instructie in niveaugroep: groepjes kinderen die qua ontwikkeling op een bepaald gebied ongeveer even ver gevorderd zijn, zoals bij rekenen, spelling en begrijpend lezen. 

Stamgroep 0-1-2 (onderbouw)
In stamgroep 0-1-2 ligt de nadruk op het spelende kind. Spelen beantwoordt bij het jonge kind aan een fundamentele behoefte. Jonge kinderen spelen na wat ze gezien en ervaren hebben. Het is hun manier om de wereld te leren kennen en te ordenen en is onontbeerlijk voor een optimale ontwikkeling. Er wordt thematisch gewerkt waardoor we ons laten leiden door sociaal-culturele thema's zoals 'het restaurant' of 'de camping'. Er worden voorbereidende activiteiten ontplooid op het gebied van taal, lezen, schrijven en rekenen zoals tellen, rijmen, de vormen, sorteren en verhaalbegrip. Het zelfstandig werken wordt geoefend met het planbord en de inzet van het werklicht. De stamgroepleiders bieden een beredeneerd aanbod dat voldoet aan de kerndoelen. Voor de overgang van stamgroep 0-1-2 naar 3-4-5 vinden we het belangrijk dat het kind in zijn persoonsontwikkeling hier aan toe is. Daarnaast is het van belang dat het kind zich de basisvaardigheden om te kunnen leren lezen, schrijven en rekenen eigen heeft kunnen maken. Om hier voldoende zicht op te krijgen, wordt HOREB (leerlingvolgsysteem) ingezet om de kinderen te volgen. 

Stamgroep 3-4-5 (middenbouw)
In stamgroep 3-4-5 gaan kinderen op hun niveau verder met het aanvankelijk leesproces. Voor groep 3 betekent dit dat klanken, letters en woorden thematisch worden aangeboden en dat het lezen wordt geoefend met thematische teksten. Daarnaast werken we samen met de bibliotheek en proberen zoveel als mogelijk themaboeken in de klas aan te bieden om de kennis over het thema te vergroten. Ook is er in groep 3 aandacht voor andere basisvaardigheden, zoals taal, schrijven en rekenen. Dit wordt systematisch aangeboden met behulp van methodes. Om het zelfstandig werken en leren te bevorderen worden er dagtaken ingezet. Het werk dat de stamgroepleider opgeeft moet op die dag afgemaakt worden. 
Vanaf groep 4 wordt in de ochtend bij het lezen gewerkt met LIST. Wat ook nieuw is, is het werken met de methode Alles in 1. Dit is een wereldoriënterende methode. De methode is opgebouwd uit thema's.  Er is 1 hoofdthema wat gedurende 8 weken centraal en dit wordt iedere week onderverdeeld in subthema's waarover de kinderen informatie krijgen. De methode probeert zoveel mogelijk aan te sluiten op de belevingswereld van de kinderen met leuke, informatieve maar ook grappige teksten. Binnen de methode Alles in 1 in groep 4 wordt er gewerkt aan technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, taal en het stellen (schrijven van teksten). Ook is er in groep 4 aandacht voor andere basisvaardigheden, zoals schrijven (hoofdletters) en rekenen. Dit wordt systematisch aangeboden met behulp van methodes. In groep 4 leren de kinderen onder andere het rekenen t/m 100 (+ en - ) en beginnen ze halverwege het jaar aan de tafeltjes. De kinderen in groep 4 werken met een weektaak waarop zij kunnen lezen welke lessen er in die week af moeten zijn. Dus is een werkje binnen de gegeven tijd niet af dan moeten ze dit op een ander moment afmaken en dit kunnen ze zien op de weektaak. 
Het aanbod van groep 5 lijkt op dat van groep 4. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen naast Alles in 1 ook Alles apart. Per schooljaar is er een cyclus opgesteld waarin dit zich afwisselt. De kinderen moeten dan ook altijd wennen aan of het een Alles in 1 of Alles apart week is. Alles in 1 in groep 5 werkt qua opbouw op dezelfde manier als in groep 4. Echter, zijn de thema's iets uitdagender en leren de kinderen ook om zelfstandige lessen te maken (zonder uitleg) en te werken met de weektaak. Alles apart is nieuw. In de alles apart week leren de kinderen van groep 5 te werken met een weekopdracht en oefenen ze extra aan spelling. Op de weektaak staan alle lessen die in die week gemaakt moeten worden. Ze moeten zelf zorgen dat de instructielessen en zelfstandige lessen aan het einde van de week af zijn. Ze leren dit zelf te plannen. Ook in groep 5 is er daarnaast aandacht voor schrijven en rekenen. Bij het rekenen leren we sommen t/m 1000, gaan we verder aan de tafeltjes t/m 12 en komen onder andere de deelsommen aan bod.
In de middag is er in stamgroep 3-4-5 tijd voor het thematisch werken, expressievakken en gym. 


Stamgroep 6-7-8 (bovenbouw)
In de bovenbouw van De Klink werken de kinderen in driejarige stamgroepen. De twee stamgroepen 6/7/8 werken veel samen. We starten elke dag in de kring en bespreken daarin de actualiteit, gelezen boeken en andere onderwerpen die het delen waard zijn. Behalve lezen, rekenen en taal besteden we veel tijd aan de thema’s waarin we werken. Elk jaar behandelen we vijf thema's waarin we leren onderzoeken en samenwerken. We werken middels vraaggestuurd leren en prikkelen de kinderen om zelf tot antwoorden te komen.
We gebruiken de weektaak om te leren plannen en zelf verantwoordelijk te worden voor het leerproces.